Nijpende Medicijntekorten. Bruins Eist Buffer Van 5 Maanden!
Medicijnproducenten en -distributeurs moeten voor ten minste vijf maanden aan geneesmiddelenvoorraden gaan aanhouden. Die maatregel heeft minister Bruins (Volksgezondheid) deze week afgekondigd om de nijpende medicijntekorten aan te pakken.
Steeds vaker hebben Nederlanders langere tijd niet de beschikking over geneesmiddelen. Onder meer bij Parkinson-medicijnen en de anticonceptiepil grijpen gebruikers de laatste jaren vaak mis. De oorzaak van de leveringsproblemen ligt meestal bij productievertragingen in het buitenland.
IJzeren voorraad
Zorgminister Bruins heeft laten onderzoeken of het mogelijk is een zogenoemde ‘ijzeren voorraad’- een verplichte buffervoorraad – te hanteren. Uit dat onderzoek is gebleken dat met zo’n voorraad ongeveer 85 procent van de tijdelijke medicijntekorten overbrugd kan worden.
Bruins vindt de aanleg van een buffervoorraad een ‘zinvol’ plan:
Zo komt de patiënt aan de balie van de apotheek niet meer met lege handen te staan. Voorwaarde is natuurlijk wel dat na een leveringsonderbreking de voorraad weer wordt aangevuld.
Vooralsnog ziet de minister het meeste heil in een scenario waarin fabrikanten een voorraad voor drie maanden aanhouden en de groothandel een buffer van twee maanden. De ambitie is om deze voorraadverplichting uiteindelijk voor alle geneesmiddelen te laten gelden. Daarnaast wil de minister graag dat apotheken een werkvoorraad voor twee tot drie weken hebben liggen.
100 miljoen euro
Het aanleggen van medicijnvoorraden kost veel geld. Bruins gaat binnenkort verder in gesprek met verzekeraars, firma’s, groothandels en apothekers over de manier waarop de vergroting van de voorraden financieel is te regelen. Grofweg zullen producenten en groothandel de helft van de extra kosten (100 miljoen euro per jaar) die deze maatregel veroorzaakt, opvangen en zal de andere helft leiden tot hogere zorguitgaven.
De verwachting is dat fabrikanten de kosten voor hogere voorraden gaan doorberekenen in de prijs. Dat keurt de bewindsman goed, zolang afzonderlijke geneesmiddelen niet duurder worden dan de wettelijke maximumprijs. De zorguitgaven zullen uiteindelijk ‘slechts’ met zo’n 25 miljoen euro stijgen, omdat de vervanging van niet-verkrijgbare medicijnen door duurdere middelen wegvalt.
Acceptabel
Bruins vindt dat kostenplaatje ‘acceptabel’. De winst is namelijk dat de tekorten aan geneesmiddelen bij de apotheek drastisch teruglopen. Bruins:
Ik zie het als een inspanningsverplichting om ervoor te zorgen dat patiënten niet te maken krijgen met extra kosten bij de invoering van een ijzeren voorraad van geneesmiddelen.
Ook moet zeker zijn dat alle partijen écht overgaan tot het aanleggen van de verplichte voorraden.
De opbouw van de verplichte buffer zal van start gaan in het eerste kwartaal van 2020 en anderhalf tot twee jaar in beslag nemen. Sommige medicijnen worden namelijk maar één keer per jaar of half jaar geproduceerd. Bovendien is de wereldwijde productiecapaciteit van geneesmiddelen beperkt.
Geen ‘nee’ verkopen
De noodzaak is hoog. Steeds vaker moeten apothekers ‘nee’ verkopen aan medicijngebruikers, die daardoor vaak langere tijd niet de beschikking hebben over verlichtende geneesmiddelen. Denk aan parkinson-middelen, schildkliermedicijnen, neuszalf met een antibioticum erin, de anticonceptiepil of een behandeling die helpt bij de aanpak van alcoholverslaving.
Minister Bruins (VVD) liet eerder weten dat hij minder afhankelijk wil zijn van individuele producenten die een monopolie hebben op de productie van een medicijn. Die vindt vaak ergens in China of India plaats.
Dat is echt een bottleneck. We moeten bedenken of we ervoor kunnen zorgen dat zo’n medicijn in Europa wordt gemaakt, of tenminste de grondstoffen ervoor.
De productievertragingen in verre landen kunnen allerlei redenen hebben. Ze ontstaan bijvoorbeeld door onzuiverheden in de grondstoffen, of bij farmaceuten die het eindproduct niet onmiddellijk vrijgeven. Maar ook de toegenomen vraag en rompslomp met de distributie verstoren de doorstroming naar de apotheek.
Miljoenenbesparing door afdingen
Bruins laat weten dat het kabinet vorig jaar 272 miljoen euro heeft bespaard door af te dingen op dure nieuwe geneesmiddelen. Een jaar eerder was dat de helft, schrijft de minister aan de Kamer. Omdat ze veel vaker zijn voorgeschreven, lopen de kosten niettemin snel op.
Fabrikanten namen in 2018 bij dertig innovatieve geneesmiddelen genoegen met een lagere prijs, aldus Bruins. De korting bedroeg gemiddeld 36 procent. Het ging bijvoorbeeld om middelen tegen taaislijmziekte, spierziekte SMA, de ziekte van Pompe en behandelingen voor onder andere longkanker.
Toch is er vorig jaar flink meer uitgegeven aan deze categorie medicijnen dan het jaar ervoor. In 2018 was dat 482 miljoen, tegen 319 miljoen een jaar eerder. Dat komt doordat het assortiment groter wordt en meer patiënten ze gebruiken. Hoeveel korting er bedongen is, mag de minister van de fabrikant doorgaans niet zeggen.
Bron: AD